וְאָֽמַרְתָּ֣ לָהֶ֔ם זֶ֚ה הָֽאִשֶּׁ֔ה אֲשֶׁ֥ר תַּקְרִ֖יבוּ לַֽיהֹוָ֑ה כְּבָשִׂ֨ים בְּנֵֽי־שָׁנָ֧ה תְמִימִ֛ם שְׁנַ֥יִם לַיּ֖וֹם עֹלָ֥ה תָמִֽיד: אֶת־הַכֶּ֥בֶשׂ אֶחָ֖ד תַּֽעֲשֶׂ֣ה בַבֹּ֑קֶר וְאֵת֙ הַכֶּ֣בֶשׂ הַשֵּׁנִ֔י תַּֽעֲשֶׂ֖ה בֵּ֥ין הָֽעַרְבָּֽיִם: וַֽעֲשִׂירִ֧ית הָֽאֵיפָ֛ה סֹ֖לֶת לְמִנְחָ֑ה בְּלוּלָ֛ה בְּשֶׁ֥מֶן כָּתִ֖ית רְבִיעִ֥ת הַהִֽין: עֹלַ֖ת תָּמִ֑יד הָֽעֲשֻׂיָה֙ בְּהַ֣ר סִינַ֔י לְרֵ֣יחַ נִיחֹ֔חַ אִשֶּׁ֖ה לַֽיהֹוָֽה:
U moet tegen hen zeggen: Dit is het vuuroffer dat u de HEERE moet aanbieden: elke dag twee lammeren van een jaar oud, zonder enig gebrek, als een voortdurend brandoffer. Het ene lam moet u ’s morgens bereiden, het andere lam moet u tegen het vallen van de avond bereiden, met een tiende efa meelbloem als graanoffer, gemengd met een kwart hin gestoten olie. Het is het voortdurende brandoffer, dat op de berg Sinaï werd ingesteld als een aangename geur, een vuuroffer voor de HEERE.
– Numeri 28:3-6
In het Toragedeelte van deze week staat één van de belangrijkste delen uit de Tora met betrekking tot het moderne Joodse leven. Het is een opsomming van de offers die Israël, als volk, moet brengen. Deze opsomming is vanuit het perspectief van de Misjkan en de Tempel.
In Leviticus 23 staan de offers vanuit een heel ander perspectief opgesomd; namelijk vanuit het individu. Maar hier, in Numeri 28-29, worden de offers eerder belicht vanuit de taken van Koheens dan vanuit de taken van het individu. In Leviticus staat bijvoorbeeld niets over het offeren van stieren met Soekot. Het offeren van die stieren is een taak van de Koheens; individuen brengen met Soekot geen stieren. In Numeri 29 wordt het offer van de stieren wel vermeld omdat het dus een taak is van de Koheens.
Sinds de vernietiging van de Tempel hebben we de offers die in dit Toragedeelte staan, niet meer kunnen brengen. De Mannen van de Grote Vergadering, de Ansjee Kenèsèt HaGedola, besliste dat we een gebod dat we niet kunnen doen niet moeten negeren, maar moeten herdenken. De synagogedienst werd dus ingesteld om de offers te herdenken die in Numeri 28 en 29 worden genoemd. De basis van alles uit het hedendaagse Joodse leven vinden we in het Toragedeelte van deze week. Bij elke synagogedienst van het jaar worden de bijbehorende offers genoemd.
Momenteel zijn we in de Been HaMitsariem; ‘Tussen de moeilijkheden’. We moeten nu de tijd nemen om de Tempel en de offers die er gebracht werden, te herdenken. De Sjachariet synagogedienst is een herinnering aan de Sjachariet (dageraad) offers die elke morgen gebracht werden. Mag de Tempel spoedig en in onze dagen herbouwd worden.
Sjabbat sjalom.
