וּמשֶׁ֗ה הָיָ֥ה רֹעֶ֛ה אֶת־צֹ֛אן יִתְר֥וֹ חֹֽתְנ֖וֹ כֹּהֵ֣ן מִדְיָ֑ן וַיִּנְהַ֤ג אֶת־הַצֹּאן֙ אַחַ֣ר הַמִּדְבָּ֔ר וַיָּבֹ֛א אֶל־הַ֥ר הָֽאֱלֹהִ֖ים חֹרֵֽבָה: וַיֵּרָ֠א מַלְאַ֨ךְ יְהֹוָ֥ה אֵלָ֛יו בְּלַבַּת־אֵ֖שׁ מִתּ֣וֹךְ הַסְּנֶ֑ה וַיַּ֗רְא וְהִנֵּ֤ה הַסְּנֶה֙ בֹּעֵ֣ר בָּאֵ֔שׁ וְהַסְּנֶ֖ה אֵינֶ֥נּוּ אֻכָּֽל: וַיֹּ֣אמֶר משֶׁ֔ה אָסֻֽרָה־נָּ֣א וְאֶרְאֶ֔ה אֶת־הַמַּרְאֶ֥ה הַגָּדֹ֖ל הַזֶּ֑ה מַדּ֖וּעַ לֹֽא־יִבְעַ֥ר הַסְּנֶֽה: וַיַּ֥רְא יְהֹוָ֖ה כִּ֣י סָ֣ר לִרְא֑וֹת וַיִּקְרָא֩ אֵלָ֨יו אֱלֹהִ֜ים מִתּ֣וֹךְ הַסְּנֶ֗ה וַיֹּ֛אמֶר משֶׁ֥ה משֶׁ֖ה וַיֹּ֥אמֶר הִנֵּֽנִי:
En Mozes hoedde het kleinvee van zijn schoonvader Jethro, de priester van Midian. Hij dreef het kleinvee tot voorbij de woestijn, en hij kwam bij de berg van God, de Horeb. En de Engel van de HEERE verscheen hem in een vuurvlam uit het midden van een doornstruik. Hij keek toe, en zie, de doornstruik brandde in het vuur, maar de doornstruik werd niet verteerd. Mozes zei: Laat ik nu naar dat indrukwekkende verschijnsel gaan kijken, waarom de doornstruik niet verbrandt. Toen de HEERE zag dat hij ging kijken, riep God tot hem uit het midden van de doornstruik en zei: Mozes, Mozes! Hij zei: Zie, hier ben ik!
– Exodus 3:1-4
In het Toragedeelte van deze week staat het verhaal van Mozes en de brandende struik. Mozes was de kudden van Jethro aan het hoeden toen hij iets geweldigs zag. Op de berg Sinaï zag hij een struik die brandde maar niet door het vuur verteerd werd. En toen HaSjem zag dat Mozes de struik had opgemerkt, sprak HaSjem vanuit de struik.
Maar Exodus 3:2 vertelt ons dat een Engel, een boodschapper van HaSjem, uit het midden van de struik aan Mozes verscheen. Exodus 3:4 vertelt ons dat HaSjem uit het midden van de struik riep tot Mozes. HaSjem riep, niet een Engel. Een Engel verscheen, niet HaSjem. Dus, wie is het? Is HaSjem in de struik of is er een Engel in de struik?
Dit is niet de eerste keer dat we in de Tora HaSjem zien verschijnen als een Engel. Jakob worstelde met een Engel en noemde de plaats daarna Pniël omdat hij G’d van aangezicht tot aangezicht had gezien. Jakob had HaSjem dus van aangezicht tot aangezicht gezien, maar Hij was als Engel verschenen. In Exodus 3 zien we HaSjem als Engel verschijnen in een struik die brandde maar niet verteerd werd.
Het is een belangrijk gegeven dat HaSjem op verschillende manieren aan ons kan verschijnen. Hij kan als een Engel aan ons verschijnen. Dit betekent niet dat Hij een andere G’d is wanneer Hij als een Engel verschijnt. Hij is nog steeds HaSjem, maar wij zien Hem als een Engel. Het is precies op deze manier dat HaSjem als een mens kan verschijnen. Wanneer Hij als een mens verschijnt, is Hij nog steeds HaSjem; niet meer en niet minder. Om het even hoe Hij aan ons verschijnt; Hij is nog altijd HaSjem, de G’d van Israël. Hoe wij Hem zien, verandert, maar Hij verandert niet.
Sjabbat sjalom.
