וּמַלְתֶּ֕ם אֵ֖ת עָרְלַ֣ת לְבַבְכֶ֑ם וְעָ֨רְפְּכֶ֔ם לֹ֥א תַקְשׁ֖וּ עֽוֹד:
Besnijd dan de voorhuid van uw hart en wees niet langer halsstarrig.
Deuteronomium 10:16
אִם־תָּשׁ֨וּב יִשְׂרָאֵ֧ל | נְאֻם־יְהֹוָ֛ה אֵלַ֖י תָּשׁ֑וּב וְאִם־תָּסִ֧יר שִׁקּוּצֶ֛יךָ מִפָּנַ֖י וְלֹ֥א תָנֽוּד: וְנִשְׁבַּ֙עְתָּ֙ חַי־יְהֹוָ֔ה בֶּאֱמֶ֖ת בְּמִשְׁפָּ֣ט וּבִצְדָקָ֑ה וְהִתְבָּ֥רְכוּ ב֛וֹ גּוֹיִ֖ם וּב֥וֹ יִתְהַלָּֽלוּ: כִּי־כֹ֣ה | אָמַ֣ר יְהוָֹ֗ה לְאִ֚ישׁ יְהוּדָה֙ וְלִיר֣וּשָׁלִַ֔ם נִ֥ירוּ לָכֶ֖ם נִ֑יר וְאַל־תִּזְרְע֖וּ אֶל־קֹצִֽים: הִמֹּ֣לוּ לַֽיהֹוָ֗ה וְהָסִ֙רוּ֙ עָרְל֣וֹת לְבַבְכֶ֔ם אִ֥ישׁ יְהוּדָ֖ה וְיֹֽשְׁבֵ֣י יְרֽוּשָׁלִָ֑ם פֶּן־תֵּצֵ֨א כָאֵ֜שׁ חֲמָתִ֗י וּבָֽעֲרָה֙ וְאֵ֣ין מְכַבֶּ֔ה מִפְּנֵ֖י רֹ֥עַ מַֽעַלְלֵיכֶֽם:
Als u zich bekeert, Israël, spreekt de HEERE, bekeer u dan tot Mij, en als u uw afschuwelijke afgoden wegdoet van voor Mijn aangezicht, en niet meer rondzwerft, en als u zweert: Zo waar de HEERE leeft, in waarheid, in recht en in gerechtigheid, dan zullen de heidenvolken zich in Hem zegenen en zich in Hem beroemen. Want zo zegt de HEERE tegen de mannen van Juda en tegen Jeruzalem: Ploeg voor uzelf ongeploegd land om! Zaai niet tussen de dorens. Besnijd u voor de HEERE en doe de voorhuid van uw hart weg, mannen van Juda en inwoners van Jeruzalem; anders zal Mijn grimmigheid uitslaan als een vuur en branden zonder dat iemand kan blussen, vanwege uw slechte daden.
Jeremia 4:1-4
U die in de Tora roemt, onteert u God door de overtreding van de Tora? “Want de Naam van God wordt, zoals geschreven is, door uw toedoen gelasterd onder de heidenen.” Want de besnijdenis heeft wel nut als u de Tora houdt, maar als u een overtreder van de Tora bent, is uw besneden zijn tot onbesneden zijn geworden. Als dan een onbesnedene de verordeningen van de Tora in acht neemt, zal zijn onbesneden zijn dan niet tot besnijdenis gerekend worden? En zal hij die overeenkomstig de natuur onbesneden is, maar die de Tora volbrengt, u dan niet oordelen, die mét de letter van de wet en de briet mila een overtreder van de Tora bent? Want niet híj is Jood die het in het openbaar is, en niet dát is besnijdenis die in het openbaar in het vlees plaatsvindt, maar híj is Jood die het in het verborgene is, en dát is besnijdenis, die van het hart is, naar de geest, niet naar de letter. Zijn lof is niet uit mensen maar uit God.
Romeinen 2:23-29
In het Toragedeelte van deze week vinden we een idee dat in de hele Schrift aanwezig is; de besnijdenis van het hart. Veel mensen begrijpen niet dat dit concept uit de Tora komt en dat het niet een nieuwtestamentisch concept is. Bij een discussie over de besnijdenis van het hart, haalt men vaak het hierboven genoemde citaat uit Romeinen 2 aan. Maar om Romeinen te kunnen begrijpen, moeten we teruggaan naar de kern van het idee in Tora.
Mozes gebruikt deze term, besnijdenis van het hart, op een specifieke manier. Jeremia gebruikt de terminologie op precies dezelfde manier. Je hart besnijden is tesjoeva doen, weer gehoorzaam worden aan HaSjem. De gehoorzaamheid is niet alleen lichamelijk of ten dele, maar geestelijke onderwerping aan de autoriteit van HaSjem. Doen wat HaSjem zegt, omdat we van HaSjem houden met heel ons hart, met heel onze ziel en met al onze kracht.
Zonder deze context is het punt dat Paulus in Romeinen 2 probeert te maken, wat verwarrend. Als iemand onbesneden is, overtreedt hij daarmee dan niet de Tora? Hoe kan iemand Tora volgen en niet besneden zijn? Het punt dat Paulus hier wil maken, gaat om de besnijdenis van het hart. Namelijk, tesjoeva, terugkeren naar het pad van gerechtigheid, terugkeren naar Tora. Terugkeren naar Tora is niet alleen iets van de buitenkant, maar het is een innerlijke verandering. Echte tesjoeva is een terugkeer naar HaSjem van binnenuit. Echte tesjoeva komt tot uiting door zichtbaar gedrag, maar de echte verandering zit van binnen. Sjabbat sjalom.
