אִם־יִרְאֶ֥ה אִישׁ֙ בָּֽאֲנָשִׁ֣ים הָאֵ֔לֶּה הַדּ֥וֹר הָרָ֖ע הַזֶּ֑ה אֵ֚ת הָאָ֣רֶץ הַטּוֹבָ֔ה אֲשֶׁ֣ר נִשְׁבַּ֔עְתִּי לָתֵ֖ת לַֽאֲבֹֽתֵיכֶֽם: זֽוּלָתִ֞י כָּלֵ֤ב בֶּן־יְפֻנֶּה֙ ה֣וּא יִרְאֶ֔נָּה וְלֽוֹ־אֶתֵּ֧ן אֶת־הָאָ֛רֶץ אֲשֶׁ֥ר דָּֽרַךְ־בָּ֖הּ וּלְבָנָ֑יו יַ֕עַן אֲשֶׁ֥ר מִלֵּ֖א אַֽחֲרֵ֥י יְהֹוָֽה: גַּם־בִּי֙ הִתְאַנַּ֣ף יְהֹוָ֔ה בִּגְלַלְכֶ֖ם לֵאמֹ֑ר גַּם־אַתָּ֖ה לֹֽא־תָבֹ֥א שָֽׁם:
‘Niemand van deze mannen, van deze slechte generatie, zal het goede land zien dat Ik gezworen heb aan uw vaderen te geven! Behalve Kaleb, de zoon van Jefunne: die zal het zien en aan hem zal Ik het land geven dat hij betreden heeft, en aan zijn kinderen, omdat hij erin volhard heeft de HEERE na te volgen. Ook op mij werd de HEERE toornig, vanwege u, en Hij zei: Ook u zult er niet in komen.’
Devariem 1:35-37
וַיַּקְצִיפוּ עַל־מֵ֣י מְרִיבָ֑ה וַיֵּ֥רַע לְ֜מֹשֶׁ֗ה בַּֽעֲבוּרָֽם: כִּֽי־הִמְר֥וּ אֶת־רוּח֑וֹ וַ֜יְבַטֵּ֗א בִּשְׂפָתָֽיו:
Zij maakten Hem zeer toornig bij het water van Meriba, het verging Mozes slecht omwille van hen. Want zij tergden zijn geest, zodat hij met zijn lippen ondoordachte woorden sprak.
Psalm 106:32-33
Waarom mocht Mozes het Beloofde Land niet binnengaan? Vaak wordt onderwezen dat hij het Beloofde Land niet mocht betreden omdat hij op de rots sloeg zodat er water uit kwam. De eerste keer zei HaSjem tegen Mozes dat hij op de rots moest slaan. De tweede keer kreeg Mozes de opdracht om tot de rots te spreken, maar hij sloeg er op. Zorgde deze overtreding ervoor dat Mosje Rabbeenoe het land niet mocht binnengaan? Nee, het ging niet om het slaan op de rots. Er was een andere, erg belangrijke reden en die vinden we in het Toragedeelte van deze week en in Psalm 106.
In Deuteronomium 1:36 lezen we dat HaSjem boos was op Mozes vanwege de kinderen van Israël. Er staat niet dat HaSjem boos was op Mozes omdat hij op de rots sloeg. HaSjem was boos op Mozes vanwege de kinderen van Israël. Psalm 106 legt uit dat Mozes werd bestraft vanwege de kinderen van Israël. Het verging Mozes slecht; hij mocht het beloofde land namelijk niet binnengaan. Mozes had in zijn leiderschap gefaald en voor leiders geldt een hogere standaard.
Als onderdeel van zijn taak als leider, moest Mozes de kinderen van Israël enthousiast maken en leren om HaSjem te heiligen. Hij slaagde daar niet in. We weten dat hij daarin faalde omdat de kinderen van Israël bleven klagen. HaSjem leidde ons uit Egypte met een sterke hand en een uitgestrekte arm, en wij klaagden. We hadden honger, Hij gaf ons manna, en wij klaagden. We hadden dorst, Hij gaf ons water, en wij klaagden. We hadden genoeg van de manna, dus gaf Hij ons kwartels, en we klaagden. Het klagen ging maar door. We heiligden HaSjem niet. Omdat Mozes de leiderspositie had, ligt de schuld niet alleen bij de kinderen van Israël, maar ook bij Mozes. Daarom mag hij het land niet binnengaan. Daarom stierf Mosje Rabbeenoe met zicht op het land, dat hij niet mocht binnengaan. Door Zijn verdiensten mochten de kinderen van Israël , ondanks hun imperfectie, het land binnengaan. Sjabbat shalom.
