וַֽיְהִי֙ בַּיּ֣וֹם הַשְּׁמִינִ֔י קָרָ֣א משֶׁ֔ה לְאַֽהֲרֹ֖ן וּלְבָנָ֑יו וּלְזִקְנֵ֖י יִשְׂרָאֵֽל: וַיֹּ֣אמֶר אֶל־אַֽהֲרֹ֗ן קַח־לְ֠ךָ֠ עֵ֣גֶל בֶּן־בָּקָ֧ר לְחַטָּ֛את וְאַ֥יִל לְעֹלָ֖ה תְּמִימִ֑ם וְהַקְרֵ֖ב לִפְנֵ֥י יְהֹוָֽה: וְאֶל־בְּנֵ֥י יִשְׂרָאֵ֖ל תְּדַבֵּ֣ר לֵאמֹ֑ר קְח֤וּ שְׂעִֽיר־עִזִּים֙ לְחַטָּ֔את וְעֵ֨גֶל וָכֶ֧בֶשׂ בְּנֵֽי־שָׁנָ֛ה תְּמִימִ֖ם לְעֹלָֽה: וְשׁ֨וֹר וָאַ֜יִל לִשְׁלָמִ֗ים לִזְבֹּ֨חַ֙ לִפְנֵ֣י יְהֹוָ֔ה וּמִנְחָ֖ה בְּלוּלָ֣ה בַשָּׁ֑מֶן כִּ֣י הַיּ֔וֹם יְהֹוָ֖ה נִרְאָ֥ה אֲלֵיכֶֽם: וַיִּקְח֗וּ אֵ֚ת אֲשֶׁ֣ר צִוָּ֣ה משֶׁ֔ה אֶל־פְּנֵ֖י אֹ֣הֶל מוֹעֵ֑ד וַיִּקְרְבוּ֙ כָּל־הָ֣עֵדָ֔ה וַיַּֽעַמְד֖וּ לִפְנֵ֥י יְהֹוָֽה:
Het gebeurde op de achtste dag dat Mozes Aäron en zijn zonen bij zich riep, met de oudsten van Israël. Hij zei tegen Aäron: Neem voor jezelf een kalf – het jong van een rund – als zondoffer, en een ram als brandoffer, beide zonder enig gebrek, en bied ze aan voor het aangezicht van de HEERE. Daarna moet je tot de Israëlieten spreken: Neem een geitenbok als zondoffer, en een kalf en een lam, elk van een jaar oud en zonder enig gebrek, als brandoffer, verder een rund en een ram als dankoffer om voor het aangezicht van de HEERE te offeren, en een graanoffer met olie gemengd, want vandaag zal de HEERE aan u verschijnen. Toen namen zij wat Mozes geboden had, en brachten het tot vóór de tent van ontmoeting. En heel de gemeenschap kwam naar voren en stond voor het aangezicht van de HEERE.
– Leviticus 9:1-5
Het Toragedeelte van deze week gaat kort verder met de geschiedenis van de kohaniem. In Leviticus 9 wordt het ritueel van de miloeiem herhaald; dat is de instelling van het priesterschap. Deze ceremonie, die ook beschreven staat in Exodus 29, is de inwijding van het offersysteem van de Misjkan. Op deze achtste dag van de ceremonie wordt het eerste tamidoffer, het dagelijkse offer, gebracht voor HaSjem. Het offer werd vanaf dat moment onophoudelijk gebracht, tot Jeruzalem door Nebukadnezar werd belegerd. De inwijding van de kohaniem en de vestiging van het offersysteem bepaalde voor altijd Israëls relatie met HaSjem.
De Tora herhaalt Zichzelf niet vaak. Maar in Deuteronomium zien we veel herhalingen, het is de geweldige boodschap die Mozes vanuit zijn perspectief vertelt. Deze herhaling van de miloeiem is anders. Hier herhaalt HaSjem de ceremonie voor ons. We moeten aandacht schenken aan deze herhaling. HaSjem geeft ons niet zomaar de woorden van de Tora.
De miloeiem bevestigt de kohaniem als één van de drie ‘stoelen’ van leiderschap in het huis van Israël: de stoel van Mozes (de profeet), de stoel van David (de koning) en de stoel van Aäron (de koheen). De structuur van het leiderschap was niet alleen een middel om het machtsevenwicht te bewaren, maar zou Israël door de geschiedenis heen zowel dienen als definiëren. De rol van de kahoena, het priesterschap, als vertegenwoordiger van het volk voor HaSjem, begint met de ceremonie van de miloeiem. Net als de andere ‘stoelen’ van leiderschap, is ook het priesterschap door de geschiedenis heen doorzeefd met menselijke zwakheid en onjuiste beoordelingen. Toch is de kahoena één van de belangrijkste aspecten van Israëls relatie met HaSjem. We zien uit naar de herbouw van de Tempel en de vernieuwing van de taken van de kahoena, en de relatie die dat heeft met Jesjoea de Messias. Mag het spoedig zijn en in onze dagen.
Sjabbat sjalom.