וְהָיָה֙ כִּֽי־תָב֣וֹא אֶל־הָאָ֔רֶץ אֲשֶׁר֙ יְהוָ֣ה אֱלֹהֶ֔יךָ נֹתֵ֥ן לְךָ֖ נַחֲלָ֑ה וִֽירִשְׁתָּ֖הּ וְיָשַׁ֥בְתָּ בָּֽהּ׃ וְלָקַחְתָּ֞ מֵרֵאשִׁ֣ית ׀ כָּל־פְּרִ֣י הָאֲדָמָ֗ה אֲשֶׁ֨ר תָּבִ֧יא מֵֽאַרְצְךָ֛ אֲשֶׁ֨ר יְהוָ֧ה אֱלֹהֶ֛יךָ נֹתֵ֥ן לָ֖ךְ וְשַׂמְתָּ֣ בַטֶּ֑נֶא וְהָֽלַכְתָּ֙ אֶל־הַמָּק֔וֹם אֲשֶׁ֤ר יִבְחַר֙ יְהוָ֣ה אֱלֹהֶ֔יךָ לְשַׁכֵּ֥ן שְׁמ֖וֹ שָֽׁם׃
“En wanneer u in het land komt dat de HEERE, uw God, u als erfelijk bezit geeft, en u dat in bezit neemt en erin woont, moet het zó zijn dat u van de eerstelingen neemt van alle vruchten van het land, die u binnenhaalt van uw land, dat de HEERE, uw God, u geeft; en u moet die in een korf leggen en naar de plaats gaan die de HEERE, uw God, zal uitkiezen om Zijn Naam daar te laten wonen.”
Deuteronomium 26:1-2
Het Toragedeelte van deze week begint met de mitswa van bikoeriem. Er is een volledige Misjna gewijd aan de bikoeriem, de eerstelingen. De bikoeriem waren een heel belangrijk onderdeel van het agrarisch leven in Israël. Deze mitswa houdt in dat je een niet vastgesteld, maar representatief deel van je pas gerijpte vruchten van de 7 soorten neemt en naar de Tempel brengt als offer.
In oude tijden was het brengen van de bikoeriem een reden tot uitbundig feest en muziek. De bikoeriem werden in een mand naar de Tempel gebracht. Daar werden ze aan de dienstdoende Koheen gegeven. De offeraar reciteerde Deuteronomium 26:5-10, wat een beknopte samenvatting is van de geschiedenis van het Joodse volk. Het vertelt over hoe HaSjem ons bracht naar het Land van belofte en dat aan ons gaf. De bikoeriem is het enige offer waarbij je iets opzegt.
1 Korinthe 15:20 gaat over de opstanding. Er staat dat Jesjoea de Eersteling is geworden van hen die ontslapen zijn. Dat is een interessante woordkeuze. Waarom is Jesjoea de Bikoeriem? Paulus had kunnen zeggen dat Jesjoea de Eerste was van hen die opgewekt zullen worden, maar dat deed hij niet. Paulus noemde Jesjoea de Bikoeriem, de Eersteling.
De uitleg die meestal wordt gegeven, is dat Paulus bedoelde dat Jesjoea de Eerste was van hen die opgewekt zullen worden. Helaas klopt dit niet. Zoals ik hierboven zei, had Paulus het zo kunnen verwoorden als hij dat ermee bedoelde. Wat Paulus wilde zeggen, is: Jesjoea is als de bikoeriem.
Om te weten waarom Jesjoea als de bikoeriem is, moeten we de bikoeriem begrijpen. Het opzeggen van Deuteronomium 26:5-10 is wat de bikoeriem anders maakt dan alle andere offers. Het duidt aan dat de bikoeriem, meer dan alle andere offers, een verering is van HaSjem Die ons het Land van belofte gaf. De bikoeriem heeft alles met het Land te maken.
Als Paulus dus zegt dat Jesjoea de Bikoeriem is, bedoelt hij dat Jesjoea het Land Israël doet opstaan.
Jesjoea is de Bikoeriem van de opstanding. Dat betekent dat Jesjoea de Eerste van de opstanding is die naar het Land werd gebracht. Anders gezegd: de opstanding van Jesjoea is het begin van de terugkeer uit verbanning, uit ge’oela.
Paulus begreep het verband tussen de terugkeer uit verbanning en het Land. Hij besefte dat de opstanding alleen in zijn volheid kan plaatsvinden met de terugkeer uit ballingschap én dat de terugkeer uit ballingschap alleen in zijn volheid kan plaatsvinden met de opstanding. Dit is de sleutel om de zegen uit het Amida te begrijpen: “Gezegend bent U Adonai, Die de doden tot leven brengt.”
Sjabbat sjalom.
