וְהִקְרַבְתֶּ֨ם עֹלָ֜ה אִשֵּׁ֨ה רֵ֤יחַ נִיחֹ֨חַ֙ לַֽיהֹוָ֔ה פָּרִ֧ים בְּנֵֽי־בָקָ֛ר שְׁלשָׁ֥ה עָשָׂ֖ר אֵילִ֣ם שְׁנָ֑יִם כְּבָשִׂ֧ים בְּנֵֽי־שָׁנָ֛ה אַרְבָּעָ֥ה עָשָׂ֖ר תְּמִימִ֥ם יִֽהְיֽוּ: וּמִ֨נְחָתָ֔ם סֹ֖לֶת בְּלוּלָ֣ה בַשָּׁ֑מֶן שְׁלשָׁ֨ה עֶשְׂרֹנִ֜ים לַפָּ֣ר הָֽאֶחָ֗ד לִשְׁלשָׁ֤ה עָשָׂר֙ פָּרִ֔ים שְׁנֵ֤י עֶשְׂרֹנִים֙ לָאַ֣יִל הָֽאֶחָ֔ד לִשְׁנֵ֖י הָֽאֵילִֽם: וְעִשָּׂרוֹן עִשָּׂר֔וֹן לַכֶּ֖בֶשׂ הָֽאֶחָ֑ד לְאַרְבָּעָ֥ה עָשָׂ֖ר כְּבָשִֽׂים: וּשְׂעִֽיר־עִזִּ֥ים אֶחָ֖ד חַטָּ֑את מִלְּבַד֙ עֹלַ֣ת הַתָּמִ֔יד מִנְחָתָ֖הּ וְנִסְכָּֽהּ:
U moet dan als vuuroffer een brandoffer aanbieden, als een aangename geur voor de HEERE: dertien jonge stieren -jongen van een rund- twee rammen en veertien lammeren van een jaar oud. Ze moeten zonder enig gebrek zijn. En het bijbehorende graanoffer van meelbloem, met olie gemengd: drie tiende efa per jonge stier bij de dertien jonge stieren, twee tiende efa per ram bij de twee rammen, en een tiende efa per lam bij de veertien lammeren; en als zondoffer één geitenbok, naast het voortdurende brandoffer, het bijbehorende graanoffer, en het bijbehorende plengoffer.
Numeri 29:13-16
Komende Sjabbat is de eerste dag van Soekot. Het Toragedeelte is uit Leviticus 23 en het Maftirgedeelte zijn de bijbehorende verzen uit Numeri 29. Het gedeelte uit Numeri 29 leert ons over één van de meest aangrijpende offers uit de hele Tora: het offeren van de 70 stieren.
Volgens Rasjie verwijzen de 70 stieren naar de 70 naties van de aarde. Israël moet offers brengen voor de volken van de aarde. Dat is een merkwaardig iets. Israël is de enige natie die een relatie heeft met HaSjem. Behalve Israël hebben ook individuelen een relatie met HaSjem, maar geen enkel ander volk heeft een relatie met HaSjem. Waarom krijgt Israël de opdracht om offers te brengen voor deze volken die geen relatie met HaSjem hebben?
Het antwoord is vrij eenvoudig, maar de implicaties van het antwoord zijn heel complex. Israël moet offers brengen voor de volken omdat Israël een licht voor de volken moet zijn. Israël moet een koninkrijk van kohaniem zijn voor de volken. Daarom heeft Israël een relatie met HaSjem en andere volken niet.
Israël moet dus een licht voor de volken zijn. Maar hoe dan? Israël moet een koninkrijk van kohaniem zijn. Hoe? Vaak gebruiken we deze concepten terloops of erg nonchalant. Maar dat zouden we niet moeten doen. We zouden wat dieper moeten graven zodat we Israëls rol in het universum begrijpen.
In het offer van de 70 stieren zien we een duidelijke indicatie van Israëls rol als een koninkrijk van kohaniem. Eén van de doelen van de kohaniem is om door het offeren, een bemiddelaar te zijn voor HaSjem. Israëls rol als bemiddelaar zien we in het Soekotoffer. Israëls taak om een licht voor de volken te zijn, zien we ook in het Soekotoffer. Dit gebod is een choeka; een gebod zonder uitleg. We moeten dit gebod gewoon doen, zonder dat HaSjem ons zegt waarom. Wij tonen de volken van de wereld wat gehoorzaamheid aan HaSjem betekent door een mitswa zonder uitleg te doen. Het is een daad van gehoorzaamheid. Dit is hoe de volken HaSjem zouden moeten volgen. Dit is zelfs hoe de volken in de eindtijd HaSjem zullen volgen.
Kort gezegd: het offer van de 70 stieren heeft twee verschillende doelen. Het is Israëls bemiddeling met HaSjem ter wille van de volken en het onderwijst de volken wat gehoorzaamheid aan HaSjem betekent. Beide lessen zijn belangrijk en beide lessen zullen meer en meer erkend worden naarmate de terugkeer van Jesjoea dichterbij komt.
Sjana tova, Sjabbat sjalom en chag sameach!
