We zullen doen en we zullen horen. De kinderen van Israël zeggen dit tegen HaSjeem bij de Sinaï.
Er is hier al veel over geschreven en dat is niet voor niets. Je zou denken dat de zin eigenlijk omgedraaid moet worden: ‘We zullen horen en we zullen doen.’ Maar dat was niet de reactie van de kinderen van Israël; ze antwoordden: “We zullen doen en we zullen horen.”
Het impliceert dat de kinderen van Israël aan HaSjeem beloofden om de geboden te doen, of ze die geboden nu wel of niet begrepen. Anders gezegd: we gaan de geboden doen en dan zullen we ze misschien begrijpen. Dit concept kan verwarrend zijn. Als we het niet begrijpen, waarom zouden we het dan doen? Geloof het of niet, maar het antwoord is: geloof en genade.
De uitspraak: ‘We zullen doen en we zullen horen’ laat zien wat het geloof in HaSjeem betekent voor de kinderen van Israël. Als HaSjeem ons opdraagt om iets te doen, dan doen we het. We hoeven niet te weten waarom. Dat is geloof; dat we dingen geloven die we niet zien. We vertrouwen HaSjeem en daarom volgen we Zijn geboden.
Waarom gaf HaSjeem ons de Tora? Waarom gaf HaSjeem ons Zijn instructies? Vanwege Zijn genade. Vanwege Zijn barmhartigheid. Vanwege Zijn goedertierenheid. Vanwege Zijn liefde. Zonder de genade van HaSjeem is er geen Tora. De Tora is het genadige geschenk van HaSjeem aan Israël, en via Israël, aan de hele mensheid. De Tora is de manier waarop de mens kan tonen, dat hij uit vrije wil voor HaSjeem kiest.
Jesjoea citeerde de Tora toen Hij ‘heb HaSjeem lief en je naaste als jezelf’ de twee grootste geboden noemde. Hoe hebben we HaSjeem lief? Tora. Hoe hebben we onze naaste lief? Tora. De Tora is de perfecte schets van hoe HaSjeem wil dat wij ons gedragen. Het is de definitie van genade. In de Bijbel vinden we geen grotere daad van barmhartigheid, dan dat HaSjeem de Tora aan de kinderen van Israël geeft. Het toont nederigheid dat de kinderen van Israël, nadat ze de Tora van HaSjeem ontvingen bij de Sinaï, uitriepen: “We zullen doen en we zullen horen”. Het getuigt van het inzicht dat we door het doen tot het begrijpen zullen komen, ook al snappen we eerst niet waarom. Door de genade van HaSjeem kunnen we de Tora begrijpen, door die te doen.
Het is heel moeilijk, zo niet onmogelijk, om de Tora te begrijpen door die alleen te doen. Pas als je deel uitmaakt van een groep, van een gemeenschap, van de kinderen van Israël, kun je de Tora gaan begrijpen door het te doen. We doen en we horen. Het is niet: ik doe en ik hoor. Terwijl we dingen samen doen, groeit ons begrijpen. Laten we doen en laten we horen.